Is het raar voor iemand om bang te zijn voor de dood?
Dat het nadenken over de eigen sterfelijkheid je adem beneemt, je borst verkrampt, je oren doen suizen?
Dat je paniek voelt, wetend dat je er totaal geen controle over hebt?
En is het raar, dat je dan van zo’n thema je beroep en je carrière maakt?
Dan moet ik toch bekennen, dat bovenstaande op mij van toepassing is.
Het is een interessant gegeven. Als mens, zorgprofessionals en rouw- en verliesdeskundige hoor, lees en ervaar ik ‘genoeg’ op dit gebied.
Elke ervaring laat me weer even stil staan. Ik denk dan na over mijn eigen sterfelijkheid, over wat ik waardevol vind in mijn leven en wat mijn dromen nog zijn voordat het mijn tijd is om te gaan.
Ik moet bekennen dat ik niet meer precies weet wat mijn allereerste ‘doodservaring’ was.
Wel weet ik van verschillende ervaringen wat me hiervan is bijgebleven.
Het overlijden van mijn konijn in mijn kindertijd. De eerste keer dat ik een opgebaard iemand heb gezien en dat dit een complete vreemde was.
Het overlijden van onze familiehond en vooral het hartverscheurende verdriet van mijn broertje toen we haar moesten laten inslapen.
Dat een oud klasgenoot door een flinke klap en een val in het uitgaansleven is overleden en ik niets meer van hem terug zag in het lichaam.
Dat een man uit de straat zelfmoord had gepleegd vanwege zijn ziekte. Mijn eerste overleden cliënt op mijn werk.
En het meest recent: het verliezen van mijn opa aan de éne kant van de familie en diezelfde maand mijn oma aan de andere kant van de familie.
Nu, in een tijd van een pandemie, worden we doodgegooid met verlies. Met de dood.
Ik ben blij met de aandacht voor dit thema waar nog steeds veel taboe op heerst.
Wel merk ik dat het me ook frustreert. Verlies is zoveel meer dan de dood.
Laat ik mezelf als voorbeeld nemen. Mijn ouders zijn gescheiden toen ik 8 was, ik moest verplicht verhuizen (dit vond ik toen echt heel erg), vriendschappen verwateren en (kalver)liefdes breken. Ik heb vele verschillende vormen van verlies gehad, waar ik om heb gerouwd en waarvan de effecten nog steeds merkbaar en zichtbaar zijn in het hier en nu. Het heeft me gemaakt tot wie ik nu ben.
Zo tekent het leven ons allemaal.
Er zijn mensen die, vanuit hun religie of overtuigingen, zich kunnen verzoenen met hun sterfelijkheid.
Ik vind dit werkelijk inspirerend. Zo hoor ik mij opa altijd nog zeggen. Dat de Heer de enige is die bepaalt wanneer hij opgehaald wordt.
Nu geloof ik zelf niet in God, of in ieder geval niet in het woord ‘God’. Ik vind het idee dat er iets is na de dood een hele mooie en het stelt me gerust.
Of ik dan naar de hemel ga en dat God of een andere hoge macht mij onder zijn/haar hoede neemt, ik kan daar geen betekenis of zingeving aan geven.
Een man waar ik een voorbeeld aan neem is Manu Keirse. Hij is psycholoog en een voorvechter op gebied van rouw en verlies.
Hij zegt dat we als mensheid dus aan onze eigen sterfelijkheid voorbij gaan. We staan hier te weinig bij stil.
Wellicht zou je kunnen zeggen dat we het niet willen accepteren. Dit is namelijk wel een beetje de beweging die ik zie.
Alles is gericht op het verlengen van ons leven. Medicatie, technologie, alles wordt ingezet om ons leven te verlengen.
Mijn mening is wel dat we soms vergeten te kijken naar de kwaliteit van dit leven en is het soms te laat om hier eigen beslissingen in te maken.
In de laatste fase van het leven van mijn opa, zat hij op een gesloten unit van een verzorgingsinstelling.
De statige man, die trots was op zijn herkomst en waarde hechtte aan respect. Daar was niets meer van over.
Iedere bewoner die daar zat had lege ogen en een rusteloos, maar ontzettend broos lichaam.
Ik besloot in ieder geval voor mezelf dat ik mijn eigen einde niet op deze manier voor me zie.
Wel denk ik dat het goed is om af en toe stil te staan bij mijn sterfelijkheid. Al maakt me dat doodsbang.
Want nadat ik de doodsangsten heb doorstaan, merk ik wel dat ik meer oog heb voor dat wat ik belangrijk vind in dit leven.
Het zorgt ervoor dat ik streef om alles wat binnen mijn macht ligt, te proberen, te bereiken.
Het zorgt dat ik mijn dierbaren nog meer in mijn hart nestel en mijn best doe om hun betekenis voor mij duidelijk te maken.
Het zorgt voor focus, en al houdt ik deze niet vast voor hele lange tijd, want het leven is onstuimig.
Dan komt er wel weer een situatie of gebeurtenis wat me weer terugbrengt.
Dat is wellicht één van de weinig zekerheden die ik heb, in dit leven vol onzekerheid.
0 Reacties