De opmaak van ons brein

Eerste een stukje wetenschap.
Ons brein is opgemaakt uit 3 lagen.

Het reptielenbrein

Ook wel bekend als ons ‘survival’brein. Een leuk weetje: dit deel van ons brein is ongeveer 500 miljoen jaar oud.
Dit deel van ons brein waakt over onze fysieke overleving.
Hierin zit dus ook onze Vecht-, Vlucht, of Bevriesrespons opgeslagen (ook wel het Flight, Fright of Freeze respons).
Dit is een aangeboren voorkeur. Wat onze eerste respons in ‘gevaar’ is, is niet te beïnvloeden.

Het zoogdierenbrein

Ook wel ons affectiebrein of limbisch systeem genoemd.
Dit deel van ons brein is ongeveer 200 miljoen jaar oud.
Het reguleert onze gevoelsbanden met de wereld om ons heen.
In het zoogdierenbrein worden emoties, sociaal gedrag en motivatie geregeld.

De Neocortex

Dit is het ‘jongste’ deel van ons brein met een leeftijd van ongeveer 1 miljoen jaar oud.
In dit deel zit ons denken, reflectie, zingevingsprocessen en cognitie.
Dit maakt dat wij de kloof tussen mens en dier zo groot hebben kunnen maken.
Door de ontwikkeling van dit stuk van ons brein een prioriteit te maken.

De werking van het brein

Echter is het zo dat wanneer we iets heftigs meemaken in het leven, we van ONDER naar BOVEN reageren, vanuit onze hersenen.
Het oudste stuk reageert dus als eerste, vervolgens het tweede en dus daarna het laatste.

Een mooi voorbeeld: Je schrikt van een plotselinge beweging in het donker, een harde knal of een felle flits.
Dan is je eerste reactie: vechten, vluchten of bevriezen. Vanuit het reptielenbrein of survivalbrein dus.
Je hartslag gaat omhoog, je ademhaling wordt sneller – je bent in opperste staat van paraatheid.
Ook al is dit een korte tijdsperiode.
Ondertussen is je systeem de omgeving aan het scannen wát het gevaar was en maakt en inschatting van hoe groot dit gevaar is.

Vaak, na deze scan – waaruit komt dat het weer ‘veilig’ is – is je zoogdierenbrein/ limbisch systeem of affectiebrein in staat om verbindingen te maken naar buiten.
Je vertelt bijvoorbeeld aan iemand die je vertrouwd wat er net gebeurde en wat het met je deed.

Vervolgens komt je neocortex ook weer ‘online’ die, afhankelijk van een aantal factoren, gaat analyseren.
Echter gebeurt er vaak ook iets anders in deze analyse. Namelijk er wordt een oordeel geveld over de net gegeven reactie.
‘Je stelde je aan’ of ‘je moet meer op je hoede zijn’, zijn vaak de meest voorkomende overtuigingen die vervolgens gemaakt worden.
Wanneer deze overtuigingen vervolgens, door andere opgedane ervaringen worden versterkt, worden ze een patroon.
En patronen, die vanuit de basis zijn ontstaan om je te helpen overleven, kunnen je op den duur in je dagelijks functioneren gaan belemmeren.

Patronen veranderen

Patronen veranderen is heel hard werken en ook best lastig.
Hoe dit zit en hoe je patronen stap-voor-stap kunt aanpassen lees je hier.