De term is vast bekend. Childeren with special needs. Vertaald: Kinderen met speciale behoeften.
Hierbij kun je denken aan kinderen met een beperking of een diagnose. Kinderen met een ontwikkel- en of leerachterstand.|
Wat maakt dat we hebben bepaald dat wat zij nodig hebben ‘speciaal’ is? Omdat het anders is? Is niet elk kind anders?
Kunnen niet ALLE kinderen speciale behoeften hebben?
Toch is de werkelijkheid zo, dat wanneer er in een gezin een kind is met ‘special needs’, er veel tijd, aandacht en zorg uitgaat naar deze kinderen. Die tijd, aandacht en zorg kan je elke keer maar aan één kind bieden.
En daar zit gelijk de andere kant. Want als er tijd, aandacht en zorg uitgaat naar het broer(tje) of zus(je) met ‘special needs’, is dat er niet/in mindere mate er voor het andere kind/de andere kinderen in het gezin.
Die kinderen, hoe cru het ook klinkt, worden soms vergeten of niet (volledig) gezien en gehoord.
Ze zijn er, maar net alsof ze zijn gemaakt van glas.
Je ziet ze, maar niet echt. Niet diegene/ datgene wat erin zit of juist mist.
Daar komt de term ‘Glass Child” vandaan. Deze kinderen maken zich, op een gegeven moment doorzichtig, als ze merken dat zij onvoldoende worden gezien en gehoord. Ze passen zich aan en schikken zich in. Ten koste van zichzelf.
Ik herken me in deze term. Opgroeiend met zowel een broertje als een zusje met een diagnose.
Het zijn van oudste dochter én de moeilijke periode die de echtscheiding van mijn ouders heeft opgevolgd.
Ieder kind heeft recht op ”special needs”, omdat datgene dat ze nodig hebben nu eenmaal kan verschillen van kind op kind.
Ik ben voorstander om de term ‘special needs’ af te schaffen/ te normaliseren.
De behoeften zijn (zo goed mogelijk) afgestemd op het kind. Punt.
Laat ik voorop stellen, want dit kan ik nu zeggen nu ik zelf ook moeder ben:
Opvoeden is echt ontzettend hard en moeilijk werk. Je doet zo goed mogelijk je best, wetende dat het nooit goed genoeg is.
Doordat ik hard werk aan mezelf:
Het leren kennen wie ik ben, waar ik vandaan kom (generationeel gezien), me zoveel mogelijk bewust ben van mijn eigen angsten, eigenschappen en kracht.
Zo kan ik, zo goed en kwaad ik dat doe, mijn kind zien en laten zijn in diens eigenheid. Niet zoals ik wil dat die is of zoals mijn man wil dat die is.
Zal ik het altijd goed doen?
Nee. Ik doe het beste wat ik op dat moment kan.
0 Reacties